-


The Tulip connection

solo expo 2019 - Hoorn & Reniers, Den Haag (NL)
part of THE HAGUE CONTEMPORARY 
& artist talk with Renee Schuiten-Kniepstra, De Kunstmeisjes





In het begin van de jaren negentig werd er gesproken over ‘de grijze school van Antwerpen’. Misschien zegt die school schilders u niet veel, maar een naam als Luc Tuymans is stilaan in ons collectief geheugen gegrift als één van de bekendste hedendaagse kunstenaars ter wereld.
De ‘grijze school’ was een postmoderne kunstenaarsgroep die, onder invloed van internationale grootmeesters als bijvoorbeeld Gerhard Richter, Sigmar Polke, Edward Hopper en Konrad Lueg, hun schilderkunst ging baseren op de recuperatie van het fotografische beeld. Door in hun praktijk te focussen op het vertalen van oude fotografische documenten, kreeg hun kleurpallet voornamelijk grijze, vale en vervuilde toonaarden. Deze duistere herkenbare filmische figuratie was voor velen een ware verademing na enkele decennia modernistisch uitpuren van abstractie en conceptualiteit.



artist talk with Renee Schuiten-Kniepstra, De Kunstmeisjes
during THE HAGUE CONTEMPORARY

Pieter-Jan Martyn, als telg van schilder Hervé Martijn, zou men kunnen omschrijven als een gedoodverfde opvolger van de grijze school. Deze generatie schilders was in tegenstelling tot Martyn echter niet opgegroeid met high resolution images, high definition cameras en 3D cinema. Hun esthetische invloeden werden eerder gevoed door de vervuilde diffuse romantiek van gekraste platen, chemische pelliculen, haperende videobanden, vervaagde krantenknipsels en onscherpe beeldbuizen.
Geef deze schilders, na twee tragische wereldoorlogen, bibliotheken vol reproducties van sleutelwerken van oude meesters tot minimalistische modernisten, en je krijgt een ongelofelijk krachtige cocktail voor bevlogen schilderkunst.

De begenadigde schilder Pieter-Jan Martyn heeft, als kers op de taart met zijn opleiding grafisch ontwerp en de toegang tot het internet, de kans om wars van zijn voorgangers in zijn oeuvre oeverloos te genieten van de inspirerende ‘vintage’ van de oude media maar met de technische vaardigheden van de nieuwe media. Met deze nieuwe digitale tools weet hij in aanloop van zijn composities, zijn liefde voor oude schilderkunst en fotografische documenten naadloos te verweven met eigen fotografie.
Als primeur voor deze reeks gaat Pieter-Jan Martyn nog een stap verder. De zeefdruktechniek doet haar intrede om zijn beheerste schilderkundige métier schetsmatig te ondersteunen.
In de publicatie worden eigen fotoshoots en gezeefde voorontwerpen volwaardig deel van het uiteindelijk beoogde geheel.

Pieter-Jan Martyn is gefascineerd door de dubieuze beeldtaal van gedeelde geschiedenis en journalistiek. Hij is uitermate geboeid door de vormentaal en composities bij het vastleggen van de contouren van een potentieel historisch document. Er is iets magisch aan de tactiliteit van het verweerde uitverkoren verleden. Er gaat iets misterieus schuil onder de textuur van bewaarde geschiedenis. Maar evenzeer is Martyn gebeten door de speurtocht naar welke selectie van beelden, composities en keuzes er niet werden gemaakt in het beeldend rapporteren van een verleden.
De thema’s in het oeuvre van Pieter-Jan Martyn, het Neurenbergproces, de terreurgroep RAF, de brand in de Innovation, de Surgery-reeksen of de Audience-reeksen, inspireren zich op een doorgedreven, bijna journalistiek geschiedkundig beeldonderzoek van wat niet is getoond. Het gaat bij Martyn omtrent het vormelijk vertalen van een “pseudo” accurate reconstructie van een specifiek moment. Daarin ligt de nadruk op het verbeelden van de beeldhiaten en beeldvervormingen als spoorloze referentialiteit van een gebeurtenis.

Aan de hand van eigen fotografische ensceneringen wordt, aan de geschilderde reconstructie van deze nieuwe beelden (leemtes) uit het verleden, een dwingende esthetische meerwaarde gegeven.





De werken recupereren als het ware de perceptie van waardevolle historische documentatie.
Een bijna geschiedkundige referentialiteit aan eigen geschilderde taferelen en gereconstrueerde historische esthetiek. Pieter-Jan heeft hiervoor een eigen schilderkundige techniek.
Op basis van een zeer beperkt kleurenpallet wordt gezocht naar een complexiteit aan nuances van licht, schaduw, kleur- en vormcompositie. Pieter-Jan Martyn hanteert hierbij een zeer typisch werkprocedé om via het veelvuldig aanbrengen en wegschuren van diverse transparante arcyllagen een sluierachtige filter, een mistige laag, over zijn werk te bekomen.
Een kenmerkende verweerde fotografische historische tijdsdimensie die vaak met zijn werk wordt geassocieerd, waarbij de onderlaag een figuratief geabstraheerde aanzet van een herkenbare werkelijkheid doet verrijzen.
Men zou kunnen interpreteren dat Martyn op zoek gaat binnen zijn schilderkunst om een onsterfelijkheid na te streven. Door het vastleggen van een nieuw beeld, is er een opportuniteit om zijn vergankelijkheid in de geschiedenis te trotseren. De creativiteit om zich opnieuw als mens of kunstenaar uit te vinden met hernieuwde inspiratie en vaardigheden. Hoe dan ook heeft de mens, in afwachting van het laatste vonnis van een al even complexe symbolische figuur, er alles aan gedaan om via doorgedreven onderzoek aan zijn eindigheid te ontsnappen.
Onderzoek als het fundament van elk creatieproces. Het operatieve, het lijfelijk ondernemen van de chirurgische ingreep, kan als symbool staan voor de drang om een publiek antwoord te bieden aan het dilemma van het verdwijnen.
Een zich verliezen in de mist van herkenbare ankerpunten tot de realiteit.



M01 the Tulip connection (fragment)
2018, 30x40 - acryl, washed charcoal & wax on canvas
M02 the denial of creationism
2018,  60x60 - acryl, washed charcoal & wax on canvas
- private collection -


De schilderijen zijn geen portretten, maar een publiek overleg van potentiële keuzes om aan het vergankelijke te ontkomen. De keuze van de geschilderde fragmenten in de tentoonstelling wordt versterkt door de vermenging van een eigen enscenering als kunstenaar-protagonist in de scenografie. De associatie tussen het moment van overleg in het oordeel en de acte de presence wordt versterkt door als kunstenaar zelf deel te nemen aan de compositie.
Pieter-Jan Martyn gaat nog een stap verder en betrekt de toeschouwer. Er ontstaat in The Tulip connection een dialoog tussen het werk en de toeschouwer dat toeschouwers aanschouwt in hun drang om via allerhande enigmatische ingrepen het ultieme momentum gezamenlijk met Martyn te verbeelden.
Sven Vanderstichelen - The Tulip connection
art critic, curator


A01 laura audience test #1
2018, 24x30- acryl, washed charcoal & wax on canvas
A01 laura audience
2018, 50x60- acryl, washed charcoal & wax on canvas



J03 goodbye Daniel Day
2019, 100x120 -acryl, washed charcoal & wax on canvas



J03 the purple haze
2019, 100x120 - acryl, washed charcoal & wax on canvas
- destroyed -


J03 the purple haze - reformatie
2021, 5 x 17,5x23,5 &  4 x 27,5x38 - acryl, washed charcoal & wax on canvas, maroufladed on wood


The ‘reduction' of his oeuvre to an image bank,
by cutting up his existing painting to 9 autonomous works,
can almost be interpreted as the umpteenth step in the compulsive objectification
of an illusionary reality that typifies Martyn's artistic existence.

His oeuvre emphases on the portraying of the gapsnd distortions
in history as a traceless referentiality of an event in which
the artist deliberately balances on the verge between fact and fiction.




M02 het Maddox principe
2019, 50x60 - acryl, washed charcoal & wax on canvas, aluminium framed


A01 tournée minérale
2018, 40x40 -acryl & washed charcoal on canvas


In the early nineties, there was talk of 'the grey school of Antwerp.' Perhaps this school of painters doesn't resonate much with you, but a name like Luc Tuymans has gradually been marked into our collective memory as one of the most famous contemporary artists in the world.
The 'grey school' was a postmodern group of artists who, under the influence of international masters such as Gerhard Richter, Sigmar Polke, Edward Hopper and Konrad Lueg, based their painting on the recovery of the photographic image.
By focusing on translating old photographic documents in their practice, their color palette mainly consisted of grey, muted & polluted tones. This dark, recognizable cinematic figuration was a true breath of fresh air for many after several decades of purifying abstraction and conceptualism.

Pieter-Jan Martyn, as the descendant of painter Hervé Martijn, could be described as a natural successor to the grey school. However, unlike Martyn, this generation of painters did not grow up with high-resolution images, high-definition cameras, and 3D cinema. Their aesthetic influences were more fueled by the polluted diffuse romanticism of scratched records, chemical films, glitching videotapes, faded newspaper clippings, and blurry screens.
Give these painters, after two tragic world wars, libraries filled with reproductions of key works from old masters to minimalist modernists, and you'll get an incredibly powerful cocktail for passionate painting.
The gifted painter Pieter-Jan Martyn, with his background in graphic design and access to the internet, has the opportunity to, apart from his predecessors, endlessly enjoy the inspiring 'vintage' of old media but with the technical skills of the new media. With these new digital tools, he seamlessly intertwines his love for old painting and photographic documents in the preparation of his compositions, incorporating his own photography.
As a novelty for this series, Pieter-Jan Martyn takes it a step further. The silk-screen printing technique makes its entrance to sketchily support his controlled painterly craft. In this publication, his own photoshoots and sieved preliminary designs become integral parts of the intended whole.

Pieter-Jan Martyn is fascinated by the dubious visual language of shared history and journalism. He is extremely captivated by the visual language and compositions when capturing the contours of a potential historical document. There's something magical about the tactility of the weathered chosen past. Something mysterious hides beneath the texture of preserved history. Equally, Martyn is driven by the quest to explore which selection of images, compositions, and choices were not made in visually reporting a past.
The themes in Pieter-Jan Martyn's body of work—the Nuremberg Trials, the terrorist group RAF, the fire in the Innovation department store, the Surgery series, or the Audience series—are inspired by an in-depth, almost journalistic, historical image investigation of what has not been shown. For Martyn, it's about formally translating a "pseudo" accurate reconstruction of a specific moment, emphasizing the visualizing of image gaps and distortions as the traceless referentiality of an event. Through his own photographic stagings, he provides a compelling aesthetic value to the painted reconstruction of these new images (gaps) from the past.
The works almost reclaim the perception of valuable historical documentation.
A near-historical referentiality to self-painted scenes and reconstructed historical aesthetics.

Pieter-Jan has developed his own painting technique for this purpose.
Based on a very limited color palette, he seeks a complexity of nuances in light, shadow, color, and composition. Pieter-Jan Martyn uses a very typical working process to achieve a veiled filter, a misty layer, over his work by repeatedly applying and sanding down various transparent acrylic layers. A characteristic weathered photographic historical time dimension often associated with his work, where the underlying layer gives rise to a figuratively abstracted suggestion of a recognizable reality.

One could interpret that Martyn delves into his painting to seek a form of immortality. By capturing a new image, there's an opportunity to defy his transience in history. The creativity to reinvent oneself as a person or artist with renewed inspiration and skills. In any case, while awaiting the final judgment of an equally complex symbolic figure, humans have done everything possible through in-depth research to escape their mortality.
Research as the foundation of every creative process. The operative, the physical undertaking of the surgical procedure, can symbolize the urge to provide a public response to the dilemma of disappearing. Losing oneself in the mist of recognizable anchors to reality.

The paintings are not portraits but a public consultation of potential choices to evade transience. The selection of painted fragments in the exhibition is strengthened by the blending of a personal staging as an artist-protagonist in the scenography. The association between the moment of deliberation in judgment and the act of presence is reinforced by actively involving the artist in the composition.
Pieter-Jan Martyn goes even further and involves the spectator. In 'The Tulip Connection,' a dialogue emerges between the work and the viewer, observing spectators in their desire to collectively imagine the ultimate moment through various enigmatic interventions, alongside Martyn."
















all rights reserved   ©  Pieter jan Martyn 
Mark